maandag 11 november 2013

Mens en zingeving: extra 1

Het is geen antwoord op 1 van de vragen uit de cursus, maar het sluit wel aan bij het onderwerp 'zingeving'. Ik vind dat verschillende levensbeschouwingen/religies/godsdiensten naast (en met) elkaar moeten kunnen leven. Dit is nu vaak niet het geval, meestal 'concurreren' ze tegen elkaar (wat raar is, gezien sommige godsdiensten uit anderen zijn ontstaan), ze willen 'bewijzen' dat zij het beste geloof hebben. Dit is volgens mij gewoon verloren energie, gezien dat geloven voor iedereen een persoonlijke aangelegenheid is (of zou moeten zijn). Zelfs wetenschap kan gecombineerd worden met geloof, volgens mij. Maar je moet op zijn minst openstaan en respect hebben voor andere overtuigingen. Daarom vind ik 'coexist' een heel mooi doel om naar te streven, zelfs Bono van U2 streeft ernaar. Hoewel 'coexist' verschillende interpretaties heeft, gaat het telkens wel over hetzelfde doel, nl. verschillende levensbeschouwingen naast en met elkaar doen functioneren; geen strijd meer tussen de verschillende levensbeschouwingen. Hieronder enkele prenten van 'coexist' en verschillende interpretaties.

Coexist

Bron: Charles Schloss. (2009). Opgeroepen op november 11, 2013, van My Opera: http://my.opera.com/Chas4/albums/showpic.dml?album=600822&picture=8555126

Deze prent toont symbolen van verschillende levensbeschouwingen, maar het is vooral de tekst onder de cirkel die mij aanspreekt. Het toont niet alleen het belang van leven, muziek aan liefde aan. Maar het toont ook aan dat God belangrijk is, voor veel mensen, voor veel verschillende godsdiensten. Het betekent voor mij dat welke naam je je 'het hogere' ook geeft, dat het eigenlijk dezelfde 'persoon' is.




Bron: University Chronicle. (2013). Opgeroepen op november 11, 2013, van University Chronicle: http://www.universitychronicle.net/index.php/2013/07/27/opinion-about-coexistence/

Dit is de meest eenvoudige versie van co-exist, waar de 'C' staat voor islam (de islamitische halve maan), de 'X' voor het jodendom (de Davidster) en de 'T' voor het christendom (het kruis). Dit staat voor het feit dat de 3 grootste godsdiensten (de 3 bekendste) naast elkaar zouden moeten kunnen leven/bestaan. Er zijn echter nog interpretaties die verder gaan (en daardoor misschien nog idealer zijn om na te streven, hoewel we in die 'slechts' 7 letters nooit ALLE levensbeschouwingen kunnen plaatsen). Ik denk dat je vooral de grotere betekenis moet zien, waar je verder kijkt dan je eigen overtuiging. Je moet erkennen dat er nog andere levensbeschouwingen zijn, die niet slechter of beter zijn dan de jouwe. Maar het is wel de bedoeling ernaar te streven om respect voor alle levensbeschouwingen te hebben (op voorwaarde dat de levensbeschouwing zelf gebaseerd is op respect).

Nog enkele voorbeelden van andere interpretaties (hoewel deze 3 godsdiensten in alle interpretaties te vinden zijn).

coexist
Bron: FirstCovers. (2011). Opgeroepen op november 11, 2013, van FirstCovers.com: http://www.firstcovers.com/user/919600/coexist.html

Dus de 1e, vierde en laatste letter zijn reeds uitgelegd, nu nog de rest:
- de tweede letter is een 'ster' die voor Wicca staat
- de derde letter is de formule van de relativiteitstheorie van Einstein (en hier staat het symbool voor wetenschap)
- de vijfde letter is het de 'i' met daarboven het Karma wiel (wat zowel symbool is voor hindoeïsme als boeddhisme)
- de zesde letter is het yin-yang-symbool (uit het Taoisme)

Het gebeurt ook nog dat de Wicca-ster (2e letter) vervangen wordt door een vredesteken en het symbool dat voor wetenschap staat (3e letter) door een man-vrouwsymbool. Dat staat dan niet in het teken van levensbeschouwingen, maar betekent dan eerder dat mensen vrede nastreven en respect hebben voor iedereen (ongeacht geslacht, geloof, seksuele geaardheid,...). Ik streef daar ook naar, maar vind de 'coexist' met het Wicca- en wetenschapssymbool beter passen bij zingeving, omdat deze echt verschillende overtuigingen/levensbeschouwelijke invloeden weergeven. En ik denk dat als je wil openstaan voor verschillende godsdiensten en overtuigingen (of toch respect voor opbrengen), dat je dan sowieso ook beter respect kan opbrengen voor alle 'soorten' mensen (terwijl er maar 1 soort is, nl. DE mens, maar in al zijn vormen).

vrijdag 8 november 2013

Mens en zingeving: wat is geloven voor mij? Wie is God voor mij?

Ik vind dit zeer moeilijke vragen, want er is geen duidelijk sluitend antwoord. Bij mij is geloof zeer breed, zeer uiteen'gerukt' en het hangt ook van het moment af. Soms denk ik dat ik niet gelovig ben, maar dan merk ik in andere dingen dat 'het' toch een invloed heeft op mij. Het is moeilijk uit te leggen, maar ik zal toch proberen om het duidelijk te maken. En het is normaal als je het verwarrend vind, want dat is het (waarschijnlijk) ook. Ik denk dat het moeilijk is om mij in een vak te steken, omdat het constant getouwtrek is in mijn hoofd tussen rationeel denken en emoties. En wanneer ik aan de kant van het rationele sta, dan ben ik ervan overtuigd dat er geen god (of welke naam je 'hem/haar/het' ook wil geven) is. Wanneer mijn emoties de bovenhand nemen, dan is er wel een god/iets; ongeacht of deze emoties positief of negatief zijn.

Ik zal eerst beginnen om mijn visie puur rationeel te benaderen (wat niet evident is, want ik laat mij voornamelijk leiden door emoties). Dan moet ik toegeven dat enkel de ethische dimensie van toepassing is op mij, nl. mijn geloof helpt mij om het goede te doen. De bijbel heeft een moraliserende waarde voor mij. Neem bv. de 10 geboden, daar zit veel in wat ik er kan uithalen om op mijn leven toe te passen --> respect voor je ouders, respect voor andermans zaken. Maar de rituele, mythologische, doctrinele en sociale dimensie hebben geen functie in mijn leven. Ook de ervaringsdimensie is er vaker niet dan wel. Dit heeft vooral te maken met het feit dat ik geloven een persoonlijke aangelegenheid vind. Geloof moet veel ruimer gezien worden dan de vakjes van christenen, moslims, joden,... Voor mij dient godsdienst (of ruimer religie, nog ruimer levensbeschouwing) om je over dingen te doen nadenken en uit alle verschillende dingen die worden aangeboden, dingen uit te halen die jouw leven beter maken. Ook dingen die het makkelijker maken om het goede te doen voor anderen. Dus ik vind dat ik eigenlijk niet in een godsdienst mag 'gehokt' worden, ik bevind mij vooral in de combinatie van levensbeschouwing(en) met religie (hoewel ik de hogere macht dan toch wel 'God' noem, waarschijnlijk omdat ik christelijk opgevoed ben). Rationeel geloof ik niet dat 'hierboven' echt iemand is die alles bepaalt, dat het echt een verschil maakt of je gedoopt bent of niet, dat je 'waardevoller' bent als je iedere dag bidt. 
Voor mij begint mijn geloof (en dat zou de basis moeten zijn van ieder geloof, religie en levensbeschouwing) met respect; respect voor de medemens, respect voor de natuur, respect voor materiaal, respect voor meningen (hoe respectloos ze soms ook worden geuit), respect voor de overtuigingen van anderen,... 

Als ik dan toch mijn emotionele ik aan het woord moet laten: voor de 'god' die ik in gedachten heb, staat dit respect boven alles, boven alle religies, godsdiensten en levensbeschouwingen; staat dit respect ook boven rituelen en geloofshandelingen. Toen ik jonger was, heb ik mij vaak vragen gesteld. Ik heb een antwoord gekregen (uit mijn geloof zelf) of er zelf een antwoord op gegeven (waarvan ik dacht dat die overkwam met de manier waarop 'God' zou denken).
Mijn eerste vraag was: "Wat zou God liever hebben: dat ik uren in de bijbel lees, en daardoor geen tijd heb om mensen te helpen die problemen hebben? Of omgekeerd, mensen helpen die mijn hulp kunnen gebruiken en daardoor geen tijd hebben om de bijbel te lezen?" Ik geloof dat God vooral zou willen dat ik het tweede doe. Vanuit mijn visie geloof ik dat de bijbel (en alle andere geloofshandelingen, zoals bidden er 1 is) er vooral zijn om mensen kracht te geven zodat ze het eigenlijke doel aankunnen, nl. mensen hulp bieden die het nodig hebben, respect hebben voor alles en iedereen. Heel vaak wordt gedacht dat bijbellezen en bidden het belangrijkste is, ik vind het spijtig dat mensen daarvan overtuigd zijn. Want met bidden alleen verander je niks, je moet zelf actie ondernemen (weliswaar gesterkt door het bidden, als je daar behoefte aan hebt).
Met 'mijn god' kan ik communiceren zoals ik dat met mijn vrienden doe: ik mag alles zeggen, hij blijft mij aanvaarden. Wanneer ik schrijf over hem, dan weiger ik alles wat verwijst naar hem te schrijven met een hoofdletter. Gewoon, omdat ik overtuigd ben dat hij dat niet belangrijk vindt (want als je over vrienden of familie schrijft, dan doe je dat ook niet). 
Rationeel denk ik dat wanneer ik overtuigd ben 'dat hij mij aanvaardt' dat dit dient om mezelf makkelijker te kunnen aanvaarden. De 'reacties' die ik van hem terugkrijg als ik met hem praat, zijn dan dingen die ik mezelf zeg (vanuit mijn eigen geweten, of wat ik wil horen, of wat ik denk dat 'God' zou zeggen). Rationeel heeft 'God' dus eigenlijk een eerder psychologische functie, een houvast om verder te kunnen gaan.

Ik denk dat we gewoon allemaal in onszelf moeten geloven, want wij hebben eigenlijk allemaal die kracht in ons. Alleen, bij sommigen moet hij door anderen of door 'Het Bovenmenselijke' geactiveerd worden. Ik ben iemand die zijn kracht soms zoekt bij die hogere macht, die ik God noem. Wanneer ik bang ben bijvoorbeeld, dan richt ik mij tot boven (dan kijk ik letterlijk ook naar boven) en dan vraag ik om bescherming. Maar niet enkel bij angst; ook als ik dankbaar ben voor iets, dank ik 'God' (wat raar is gezien ik er rationeel van overtuigd ben dat er geen 'God' is). Misschien is de beste vergelijking van God wel die met het onzichtbaar vriendje van een kind: je ziet het niet, maar voor het kind (die het gelooft) is het er wel. Ook al zal hij (later) rationeel weten dat het niet zo is. Maar het kind heeft dit vriendje nodig om zichzelf te zijn, om kracht te vinden, om iemand te hebben waar hij vrij mee kan communiceren (iets wat hij met anderen misschien niet kan).

Mijn geloof is nu op deze manier, mede door situaties uit het verleden (ik zal straks enkele voorbeelden geven). Maar er is geen enkele garantie dat mijn geloof volgend jaar nog hetzelfde zal zijn, dat is het vreemde aan geloof. Dat het iedere dag anders kan zijn.
Voorbeelden waardoor mijn geloof veranderd is:
1) De voorbereiding op mijn plechtige communie: toen ik mijn plechtige communie moest doen, was het de gewoonte om op af en toe naar de kerk te gaan. Dat waren data die vast stonden en we konden iets winnen als we de groep waren die vaakst aanwezig was (om ons te motiveren). Naast de kerk was een voetbalveld, waar iedereen vrij op mocht voetballen. Op 1 van die data was ik aan het voetballen op het veld naast de kerk. Ik had al enkele slidings gedaan en mijn trainingsbroek was groen (van het gras). Ik was totaal vergeten dat ik die dag naar de kerk moest voor de voorbereiding van mijn plechtige communie, tot ik de klokken hoorde luiden. Ik had nog 10 minuten om in de kerk te zijn. Ik stond voor een dilemma: of ik ging naar huis om andere (deftige) kleren aan te trekken, en dan zou ik enkele minuten te laat in de kerk zijn. Of, ik ging zo (met mijn vuile kleren) de kerk binnen. Toen flitsten enkele teksten door mijn hoofd uit de bijbel (dat Jezus/God iedereen aanvaardde, dat God/Jezus het opnam voor de armere mens). Met die teksten in mijn achterhoofd ging ik met mijn trainingsbroek de kerk binnen. Toen ik iedereen mij zag aankijken ("waw, komt zij echt de kerk binnen in trainingsbroek, dat hoort toch niet, schandalig"), zelfs mijn leerkracht godsdienst die mij die teksten had aangeboden, besefte ik dat niet iedereen overtuigd was van het doel van die teksten. Het kwam eerder over alsof ze wilden dat wij waren zoals Jezus was (of zoals Jezus wou), dat wij iedereen zouden aanvaarden zoals Jezus deed. Maar zelf hadden ze het iets moeilijker om dat voorbeeld te volgen. Daarom dat ik weinig vertrouwen heb in de personen die zo mooi kunnen uitleggen hoe mensen zouden moeten leven om de wereld beter te maken (maar het zelf niet zo nauw toepassen). Ik heb meer respect voor de mensen die niks uitleggen en gewoon zo leven. En uit mijn ervaringen zijn die eerste groep mensen vooral in de kerk te vinden en die tweede groep vooral in het leven te vinden (waar ze mensen echt helpen).

Het tweede voorbeeld is daar ook een goed voorbeeld van: Ik hoor de priester vooraan de kerk nog zeggen 'Je moet delen met iedereen'. Het was de priester die mij gedoopt had, hij hielp de mensen waar hij kon, hij was altijd beschikbaar voor anderen (ze zouden allemaal zo moeten zijn). Maar hij had een te nauwe band met zijn parochianen en werd overgeplaatst naar een andere gemeente. Toen kwam er een andere priester die hetzelfde zei: 'De wereld zou mooi zijn als iedereen met iedereen deelde'. Dus ik was ervan overtuigd dat alles hetzelfde bleef. Tot ik kersen uit zijn boom wilde plukken (wat de vorige priester maar al te graag had, hij vroeg ons zelfs of we geen kersen wilden plukken). Hij was kwaad, gij riep dat het zijn boom was en kort daarna liet hij een afsluiting plaatsen zodat we geen kersen meer zouden kunnen plukken. Dan heb ik echt wel eens nagedacht over het zinnetje: 'je moet delen met anderen.'

Ik ben ervan overtuigd dat je meer mensen aanzet wanneer je zelf het goede voorbeeld toont (zo is het bij kinderen toch ook?) dan wanneer je dubbelzinnige (verwarrende) info verschaft: enerzijds iets zeggen en dan anderzijds totaal het tegenovergestelde laten blijken in je gedrag. Daarna heb ik voor mezelf uitgemaakt wat het belangrijkste was in het leven en wat het voor mij betekende, wat ik nodig had om daarnaar te streven. Zoals hierboven al vermeld: respect voor anderen en je gelukkig voelen zijn de belangrijkste zaken in het leven. En het maakt niet uit hoe je dit bereikt (zolang het maar op een respectvolle, vredevolle manier gebeurt) of welke 'god' je daarvoor nodig hebt. Zolang dit respect en geluk maar de dingen zijn die je nastreeft.

Ik heb trouwens enorm veel respect voor wat andere gelovigen 'presteren' (hoewel ik mij ook vaak afvraag wat het precieze nut hiervan is, maar dat kunnen enkel die gelovigen voor zichzelf uitmaken):
- de ramadan (hoe zwaar moet het niet zijn om de hele dag niks te eten of te drinken?)
- de Getuigen van Jehova die vaak van deur tot deur gaan (wetende dat de meeste mensen toch niet zullen luisteren)

Maar het meeste respect heb ik voor wat personen voor anderen doen (ongeacht hun geloof):
- hulp in derdewereldlanden
- Pater Damiaan voor de melaatsen
- pleegzorg
- ziekenzorg
- ...
Dit zijn de mensen naar wie ik echt opkijk, die het woord geloof een nieuwe wending geven en het zoveel ruimer maken.

Mens en zingeving: PKG-schaal


External Critique : 3
Relativism : 5
Second Naiveté : 4
Orthodoxy : 1

bron:
KULeuven-Thomas. (2002). Opgeroepen op november 8, 2013, van KULeuven/thomas: http://thomas.theo.kuleuven.be/algemeen/pkg/resultaten.php?user_ID=d6c7cc0a7dfcf54146cc84f46230301f

Ik ga in grote mate akkoord met wat ik zie op de schaal: wat vooral opvalt is dat ik het geloof/ de bijbel niet letterlijk opvat en dat is het belangrijkste dat ik uit de schaal afleid. Voor de rest schipper ik tussen de 3 andere punten, tussen geloof en ongeloof. Het is daarom ook zeer moeilijk om mij in een vak te stoppen en dat vak daarenboven ook een naam te geven (die omschrijft 'wat' ik ben). Ik kan wel proberen toelichten hoe ik mezelf zie per 'deel' van de schaal, of waarom ik denk dat ik in die delen 'goed scoor'. 
Ik ben zeer geïnteresseerd in wat in de bijbel staat geschreven, gewoon om de kennis (=relativism), maar ook om naar mijn eigen leven te vertalen, om er iets uit te halen waar ik iets mee kan doen (=second naivete). "External critique" staat voor de kennis uit wetenschap: ik ben vooral geïnteresseerd in welke antwoorden de wetenschap vind op verschillende vragen. Maar ik ben er niet zozeer van overtuigd dat wetenschap ooit op ALLE vragen een antwoord zullen vinden. Op een aantal vragen is er vanuit de wetenschap één (of soms zelfs meerdere, verschillende) antwoord(en), maar ik aanvaard dat er op sommige vragen geen antwoord is en er ook nooit 1 zal komen (vanuit de wetenschap). Ik vind niet dat wetenschap tegenover geloof moet geplaatst worden, ik denk dat ze samen, naast elkaar kunnen geplaatst worden. Sommige dingen zijn bewezen en feiten, sommige dingen zijn niet bewezen en daar begint geloof (voor mij). Bij "relativism" kan je ook mijn interesse in andere 'godsdiensten' plaatsen, ontdekken hoe anderen geloven; wat hun rituelen zijn bij geboorte, huwelijk, gestorven personen; wat de kerngedachte is van hun geloof;... of beter gezegd van hun levensbeschouwing, want er zijn meer overtuigingen dan enkel godsdiensten of religies. En ik vind dat iedereen kennis zou moeten hebben over de andere religies, levensbeschouwelijke overtuigingen, want dat is een deel van mensen en zo leer je de anderen ook kennen. Want nu zijn er vooral veel misvattingen (ook door mij, want ik weet nog te weinig over de andere religies); denk maar aan de hoofddoeken, waarvan wij denken dat vrouwen ze dragen, omdat ze 'moeten' van hun 'dominante' man. Ik geloof echt dat wij verkeerd zijn in deze manier van denken. Eigenlijk is het niet enkel de kennis die ik wil hebben over alle verschillende levensbeschouwelijke overtuigingen, maar ik zou ook graag weten hoe mensen deze overtuigingen ervaren. Want je kan wel boeken lezen over de islam, het jodendom,... maar dan weet je nog niet wat het voor personen zelf betekent. Gezien elk geloof/religie/overtuiging zeer persoonlijk is (en eigenlijk niet puur in vakjes te stoppen is), lijkt het maar normaal om de personen zelf aan het woord te laten.

Mens en zingeving: wat is/betekent geluk voor mij?

Ik denk dat het liedje van Westlife "Flying without wings" heel dicht in de buurt komt van mijn visie op geluk. Daarom dat ik het deel eruit haal die ik belangrijkst vind en die ik dus ook verder ga toelichten (hoewel de tekst voor zich spreekt).

Westlife - Flying Whitout Wings

Everybody is looking for that something
One thing that makes it all complete
You find it in the strangest places
Places you never knew it could be

Some find it in the face of their children
Some find it in their lover's eyes
Who can deny the joy it brings
When you find that special thing
You're flying without wings

Some find it sharing every morning
Some in their solitary lives
You find it in the works of others
A simple line can make you laught or cry

You find it in the deepest friendships
The kind you cherish all your life
And when you know how much
that means
You've found that special thing
You're flying without wings

So impossible as they may seem
You've got to fight for every dream
'Cause who's to know
Which one you let go
Would have made you complete
bron:
 Songteksten Media B.V. Opgeroepen op november 8, 2013, van Songteksten.nl: http://www.songteksten.nl/songteksten/32083/westlife/flying-without-wings.htm
* Ik heb de tekst in 2 kleuren opgedeeld, omdat ze 'geluk' vanuit andere hoeken belichten. Zo is er de rode kleur die ik als volgt interpreteer: iedereen heeft als doel 'het ultieme geluk' te vinden.  Iedereen zoekt het, maar wanneer je mensen vraagt of ze het al gevonden hebben, zegt minstens de helft van 'nee'. Maar misschien zoeken ze te actief, misschien verwachten ze iets groots dat alles overtreft? Ik denk dat het vooral in kleine dingen te vinden is, dat het zoals liefde is (dat het je overkomt wanneer je er niet op zoek naar bent, wanneer je er niet bij stilstaat, wanneer je je het minst verwacht). Ik deed dat vroeger ook (en nu nog soms); zoeken of zitten wachten tot iets groots komt. Maar ik heb geleerd te genieten van de kleine dingen die emoties in je losmaken (of het nu lachen is of huilen). Alle emoties laten je voelen dat je leeft (i.p.v. gewoon 'bestaan/overleven') en die emoties geven een meerwaarde/ betekenis aan je leven. Op het moment dat je verdriet hebt, zul je het waarschijnlijk niet op die manier ervaren, maar achteraf besef je dat je er 'rijker' door geworden bent. Bij verdriet heb ik leren relativeren: je mag verdrietig zijn, maar het is niet goed om in die 'slachtofferrol' te blijven zitten. Dan moet je rondom je heen kijken en zien dat er mensen zijn die er erger voorstaan dan jij zelf, die het nog moeilijker hebben, die nog meer verloren hebben. Misschien vreemd, maar daar vind ik voor mezelf vaak de kracht in om verder te gaan (en om voor die mensen iets positiefs te betekenen). Ik heb het gevoel dat we vaker moeten terugkijken naar hoe we als kind waren, dat we vaker terug 'kinds' moeten worden. Want als kind waren we veel gelukkiger, meestal met veel minder. Minder geld, minder materiaal, maar ook minder zorgen, minder op zoek naar geluk, maar gewoon gelukkig zijn in ons spel, in wat we deden, in de vrienden die we hadden. Waarom verdwijnt dit (voor een deel) als we volwassen worden?
De paarse tekst zijn de zaken die mensen 'geluk' kunnen laten ervaren, voor mij zijn al deze zaken van toepassing om mij 'geluk' te laten ervaren. Mijn kind, mijn vrouw, mijn vrienden, de tijd met mijn gezin (maar ook soms de tijden waar ik alleen ben en daarin rust vind), dat draagt allemaal bij tot mijn geluk. En dat geluk zorgt voor het gevoel 'flying without wings'. Het gevoel dat je niks anders nodig hebt om je goed te voelen, het gevoel dat je met deze zaken alles aankan (ook tegenslagen), het gevoel vrij te zijn. Het besef dat ik met geld geen geluk kan kopen (maar dat het leven vol zit van personen/zaken die mij dagelijks een positieve invloed op mij hebben), dat laat mij 'het ultieme geluk' ervaren.

donderdag 7 november 2013

Mens en zingeving: wie/wat geeft zin aan mijn leven?

Het belangrijkste in mijn leven is ongetwijfeld mijn zoon (mijn kinderen, want misschien komen er ooit wel nog kinderen bij). Hij kan mij ontroeren met iets te doen waarvan ik niet wist dat hij het al kon, vb. zijn eerste stappen, een bal in een beker doen en terug uithalen, blokken stapelen,... Ik ben dan zo trots (terwijl het voor ons zo eenvoudig lijkt). Dan besef ik: hiervoor sta ik iedere morgen op (en voor nog andere dingen, maar dit is de belangrijkste reden). Om hem uit te dagen een stap verder te zetten in zijn ontwikkeling, om hem daarbij te helpen en hem te 'prijzen' wanneer hij erin slaagt. Die trotsheid is ook op zijn eigen gezicht af te lezen, dat geeft mij zo'n goed gevoel. Tijd met hem doorbrengen, hem kunnen knuffelen, hem troosten,... Soms lijkt het alsof hij mij nodig heeft, maar ik ben ervan overtuigd dat het andersom ook zeker waar is: ik heb hem ook nodig (om het anders te zeggen: hij geeft een meerwaarde aan mijn leven).
Het liedje dat ik aan hem opdraag (en dat we ook gespeeld hebben op zijn welkomstfeest) is "Niemand zo trots als wij" van Jan Smit. Het omschrijft heel goed wat hij voor mij betekent, wat zijn komst bij mij heeft losgemaakt.

Het op 1 na belangrijkste in mijn leven is mijn vrouw. Zij is de persoon die mij het beste kent (denk ik) en mij ondanks mijn mindere kanten aanvaard en lief heeft. Omgekeerd is dit ook het geval. En wanneer ik een mindere dag heb, is zij de persoon die mij kan oppeppen en erdoorheen sleurt. In sommige zaken herken ik mij in haar, maar op andere vlakken is zij zo anders waardoor mijn eigen visie verruimt wordt. Ze is een andere persoon, maar wanneer zij geraakt wordt, dan voelt het alsof ik ook geraakt word. Dan lijken we 1 persoon. En dat is wat onze relatie typeert en ook zo uitzonderlijk maakt (ik bedoel: niet uitzonderlijk in de wereld, want ik hoop dat er nog mensen zijn die dit ervaren. Wel uitzonderlijk als: zij is de enige persoon met wie IK zo'n band heb). Zij is de sterkere, minder emotionele versie van mezelf. (het liedje "Zij" van Marco Borsato sluit hierbij goed aan)

Ook familie en vrienden zijn personen die zin geven aan mijn leven. Zoals iedere mens heb ik ook behoefte aan contact met mensen. Mensen die ik kan vertrouwen, mensen waarmee ik samen kan lachen, waarmee ik over allerlei zaken kan praten (of we het nu eens zijn of niet) zonder dat het vertrouwen beschadigd wordt. Die mensen vind ik terug in mijn familie (die ik weliswaar niet zelf 'gekozen' heb, maar met wie er altijd een 'diepere' band is). Familie is er altijd en zal er volgens mij ook altijd zijn voor mij (ik denk dat dit voor de meesten onder ons geldt). Je weet wat je eraan hebt: je gevoel kan in extremen gaan: je kan ongelooflijk boos zijn op hen (en je mag dat ook uiten, omdat je weet dat het toch terug goed komt), maar ze kunnen ook de extreme blijdschap in je naar boven brengen. Zelfs als ze niks zeggen weet ik vaak wat ze denken. Vrienden lijken een beetje op familie; vrienden zijn in principe de familie die je wel zelf kan kiezen. Maar ze bezitten min of meer dezelfde eigenschappen (maar dan met iets minder zekerheid dat het altijd goed komt, omdat die bloedband niet aanwezig is). Ik heb het geluk dat ik vrienden en familie heb waar ik op kan rekenen, die me helpen als ik hulp nodig heb (vb. bij het schilderen van ons huis, het opvangen van mijn zoon, mijn vrienden steunden me zelfs bij het overlijden van mijn grootouders). Ooit heb ik me zorgen gemaakt dat ik weinig vrienden had (in vergelijking met anderen), nu besef ik: het is niet de hoeveelheid vrienden die belangrijk is, maar het is de kwaliteit van de vriendschap, de sterkte van de band met je vrienden. En dan weet ik dat ik heel dankbaar mag zijn met zulke vrienden en familie.

Er zijn ook mensen met wie ik geen band heb, die toch zin geven aan mijn leven. Dat zijn de mensen die hun leven in dienst stellen van anderen, de 'helden' van deze wereld. En dat kan zeer klein (vb. de brandweerman die persoon of dier uit een brandend huis redt), maar dat kan ook zeer groot (vb. Pater Damiaan die de melaatsen hielp). Ik kijk naar al deze personen op en wil graag hun voorbeeld volgen (hoewel ik me dan ook meteen afvraag of ik het lef wel heb, of ik mijn eigen leven wel wil opgeven/in gevaar brengen om anderen te redden/helpen). Ze dagen mij, door hun acties, uit om iets te betekenen voor anderen (en dus ook voor de wereld). Ik hoop dat ik ooit kan zeggen: ik heb iemand geholpen, ik ben een meerwaarde geweest in iemands leven, ik heb zin gegeven aan iemands leven (en dan bedoel ik niet zo zeer iemand uit mijn familie- of vriendenkring, maar vooral personen met wie ik oorspronkelijk geen band heb, zoals 'onbekenden' voor mij een meerwaarde zijn).

Naast personen heb ik ook nog 2 dingen die belangrijk zijn in mijn leven, nl. sport en de natuur.
Sport op zich geeft misschien geen zin aan mijn leven (zoals vrienden of mijn zoon dat doen), maar het is wel belangrijk, want het zorgt voor mijn ontwikkeling als persoon. En ik als persoon geef wel zin aan mijn eigen leven. Ik heb sport nodig, om te ontspannen, maar ook om mijn lichaam eens in te spannen (het is eerder: de hersenen ontspannen, het lichaam spant in). Zonder sport zouden zowel mijn hersenen als mijn lichaam minder 'fris' zitten, minder tot hun volledig recht komen. Ik voel mij goed wanneer ik gesport heb (meestal ga ik lopen, wandelen of fietsen). Het geeft mij een boost, zo kan ik na het sporten makkelijk zaken aan, die mij zonder de sport frustratie zouden opleveren. Nadat ik gesport heb, kan ik mij beter concentreren, lijk ik de zaken beter in zijn geheel te zien. 
Het tweede is de natuur. Ik kan zo genieten van de natuur, jammer genoeg doe ik (doen wij) dit te weinig. De natuur is zo boeiend en mooi, elk seizoen wordt door iets anders gekenmerkt (en telkens is dit wonderbaarlijk). Ik geniet van de zon, de sneeuw, het vallen van de blaadjes, het opengaan van een bloem,... Het is vooral genieten wanneer de natuur gecombineerd wordt met stilte (geen geluiden uit het verkeer, uit de industrie), met rust (echt ontspannend). Maar ik hou ook van de onrust van de natuur (op 1 of andere manier vind ik dit ook mooi): storm op zee, vulkaanuitbarstingen, tornado's, zelfs tsunami's. Ik weet het, het klinkt grof. Ik bedoel alleen; de kracht die uitgaat van de natuur is zo overweldigend dat het ook weer mooi wordt. En ja, ik vind het ook erg dat mensen daar vaak slachtoffer van zijn. Aan de andere kant: denken wij niet al te vaak dat wij boven alles staan, dat wij alles kunnen controleren? Misschien is dit het antwoord van de natuur. We kunnen de natuur niet controleren, die is zoveel sterker dan de mens, ondanks het feit dat we zelf deel uitmaken van de natuur. Maar ik heb vaak het gevoel dat mensen dat niet meer beseffen, dat we denken dat we hoger gepositioneerd zijn dan de natuur, en dat wij dan ook mogen doen met de natuur wat we willen. Natuurfenomenen/rampen tonen ons dat het andersom is en dat wij met respect horen om te gaan met de natuur. Dit opent mijn ogen, zorgt ervoor dat ik let op hoe ik omga met de natuur; recycleren, vaker te voet gaan i.p.v. altijd de auto te nemen, meer natuurproducten gebruiken. Dit lukt niet altijd, maar ik probeer er toch voor open te staan en dat is al een grote stap.

woensdag 6 november 2013

Mens en samenleving: lezing prof. Paul Verhaeghe, idee 5


Mens en samenleving: lezing prof. Paul Verhaeghe, idee 5:

"De vorige oplossingen zijn makkelijk, omdat ze aansluiten bij een intieme overtuiging: het is de schuld van De Ander, ik ben alleen maar slachtoffer. Begrijp: die ander (de allochtoon, de profiterende werkloze, de graaiende bankier, de meedogenloze manager) moet veranderen en dan wordt alles terug beter."

* Er zijn zowel mensen die akkoord gaan met deze stelling als personen die van het tegenovergestelde overtuigd zijn, nl. alle schuld ligt bij mij. In werkelijkheid ligt de waarheid (zoals vaak) tussenin.
Bij de eerste groep personen (die vinden dat de schuld enkel bij De Ander gelegd kan worden) past deze gezegde: "Je ziet de splinter in het oog van de ander, maar je ziet niet de balk in je eigen oog." Of beter: "Ik zie te vaak de splinter in de ogen van anderen, maar te weinig de balk in mijn eigen oog." Wat wil zeggen: de (kleine) fouten van anderen merk ik heel vlug op, maar ik ben blind voor mijn eigen fouten; ik zie mijn eigen fouten niet (of ik wil mijn eigen fouten niet zien/ niet erkennen).
Ik ben ervan overtuigd dat het zeer moeilijk is om een ander te willen veranderen (hoewel het makkelijk is de ander met de vinger te wijzen), want dat ligt buiten jezelf. De ander kan pas veranderen als hij dit zelf wil. 
Daarom is het makkelijker om bij jezelf te beginnen, om jezelf een spiegel voor te houden en te kijken wat JIJ anders kunt doen om de situatie/ de wereld 'beter' te maken. En dan zul je denken: IK maak het verschil niet; als alleen ik verander, dan verandert er niks in de wereld. Dit is een foute redenering, want alles wat jij (ik) als persoon doet (doe), heeft invloed op anderen. Dit laatste heb ik zelf ondervonden toen ik met mijn opdracht van 'Reflectie- en sociale vaardigheden' bezig was: het anders reageren van mij had wel degelijk een invloed kunnen hebben op het vervolg van het conflict. Als 1 persoon iets verandert in zijn gedrag, dan heeft dit ongetwijfeld invloed op verschillende andere mensen (die jouw voorbeeld misschien wel volgen en hun eigen gedrag aanpassen).
Anderzijds is het ook een uitdaging en heb je lef en moed nodig om jezelf een spiegel voor te houden. Jezelf blootgeven aan iemand anders is niet altijd makkelijk, maar jezelf blootgeven aan jezelf is misschien nog moeilijker. Dit houdt in dat je je kwetsbaar opstelt, je fouten durft zien en toegeven, en daarboven nog een manier probeert te vinden om deze fouten recht te zetten of om het in de toekomst beter te doen. Wanneer je je kwetsbaar opstelt tegenover iemand anders, dan gebeurt dit in een omgeving van vertrouwen. Meestal toont die andere persoon begrip; hij/zij kan je troosten, terug oppeppen, helpen om een oplossing te vinden. Maar wanneer je jezelf een spiegel voorhoudt, sta je alleen met jezelf. Je moet echt sterk zijn om dit te kunnen, zonder jezelf volledig lam te maken, zonder jezelf de grond in te boren en een stuk uit je zelfvertrouwen te nemen?
Maar eens je dit aandurft en echt eerlijk bent met jezelf, dan krijg je meer inzicht in jezelf (en dus ook in anderen en de wereld) en dat zorgt ervoor dat je sterker staat.
Het liedje van Michael Jackson "Man in the mirror" is hier echt een mooie verwoording van, maar ik ga er geen fragment uit halen, want ik heb gezien dat 1 van mijn collega's dit al gedaan heeft op haar blog (en het is niet de bedoeling dat we elkaar kopiëren).

dinsdag 5 november 2013

Mens en samenleving: lezing prof. Paul Verhaeghe, idee 4

Mens en samenleving: lezing prof. Paul Verhaeghe, idee 4:

"De Pools-Britse socioloog Zymunt Bauman vat de paradox van onze tijd mooi samen: "Nooit waren we zo vrij. Nooit hebben we ons zo machteloos gevoeld'."

* De eerste vraag die ik me hierbij stel: "Zijn we echt vrij?" Ik geloof niet dat we echt vrij zijn, dat we echt kunnen doen en laten wat we willen. De meeste dingen worden nog steeds bepaald door de maatschappij en de overheid. Zo mag je in je eigen tuin niet doen wat je wil:
- wil je een tuinhuis plaatsen, dan moet je binnen bepaalde afmetingen blijven of aanvragen of je wel mag.
- wil je een boom weg doen, dan moet je het aanvragen en een nieuwe planten.
Ze willen ons de indruk geven dat wij alles zelf mogen bepalen, maar zij hebben wel effectief de touwtjes in handen.

Het is wel zo dat we nu meer opties hebben om uit te kiezen en dat het moeilijk is om de juiste keuze te maken. Want in het achterhoofd speelt vaak hoe het zou geweest zijn als je de andere optie gekozen had. Daardoor worden we minder zelfzeker en hebben we het gevoel dat we het allemaal niet meer weten. Zo is het bijvoorbeeld ook bij de opvoeding:
- vroeger deden ouders gewoon wat ze aanvoelden en gezien hadden van hun ouders
- nu zijn er tv-programma's, boeken, rubrieken in kranten, websites, ... door psychologen en pedagogen die ons tips geven, vertellen hoe wij onze kinderen moeten/kunnen opvoeden. Op sommige vlakken spreken ze elkaar dan nog eens tegen. Dan is het normaal dat je je als ouder afvraagt hoe het nu precies zit, dan is het normaal dat je vaker aan jezelf twijfelt als ouder dan de ouders van vroeger. En natuurlijk is het niet uitsluitend negatief dat we zoveel informatie en keuzes krijgen, het komt er gewoon op neer om alles eens te bekijken, eruit te halen wat je kan gebruiken, maar de uiteindelijke beslissing zelf te nemen (op basis van je eigen overtuiging, mening, gevoel).
Vroeger waren er maar enkele keuzemogelijkheden, het kwam dus vaak voor dat veel mensen uit je omgeving dezelfde keuze maakten als jij. Nu zijn er meer mensen uit je omgeving die een andere keuze maken dan jij, waardoor het moeilijker is om te weten wat de juiste keuze is, je gaat meer twijfelen aan jezelf. Je kon je vroeger makkelijker identificeren met anderen, je kon je een beter beeld vormen van jezelf. Nu is dit door al deze verschillende keuzes iets moeilijker geworden. Maar we mogen ook dankbaar zijn dat we die keuzes mogen en kunnen maken, want in andere landen (of zelfs bij gezinnen in ons land) hebben ze die mogelijkheid niet: zo zijn er kinderen die van jongs af aan  mee moeten werken, zodat ze niet zouden sterven van de honger; daardoor niet naar school kunnen gaan, niet kunnen lezen, niet kunnen schrijven,...

Mens en samenleving: lezing prof. Paul Verhaeghe, idee 3

Mens en samenleving: lezing prof. Paul Verhaeghe, idee 3:

"Op dertig jaar tijd zijn de inkomensverschillen in bijvoorbeeld Groot-Brittannië spectaculair gestegen, zo spectaculair dat de middenklasse ginder aan het verdwijnen is. Sociologisch onderzoek van Wilkinson en Pickett toont aan dat er een perfecte correlatie bestaat tussen de omvang van inkomensverschillen enerzijds en zo ongeveer alle belangrijke gezondheidsparameters anderzijds. Kort samengevat: hoe groter de inkomensverschillen in een regio, des te meer mentale stoornissen, tienerzwangerschappen, kindersterfte, agressie, criminaliteit, drugsgebruik en pillen; des te lager de gemiddelde levensverwachting, lichamelijke gezondheid, onderwijsresultaten, sociale mobiliteit en ruimer, de gevoelens van veiligheid en geluk. Bovendien - en dit zal voor veel mensen zeer verrassend zijn - bovendien gelden deze resultaten voor alle lagen van de bevolking, en blijven ze niet beperkt tot de laagste sociale klassen."

* Het eerste deel klinkt zeer logisch: hoe minder geld je hebt, hoe minder je aan zorg kunt besteden. Dan moet je op zowat alles besparen: dokterskosten (lichamelijke gezondheid), hobby's (geestelijke/lichamelijke/sociale gezondheid), huis minder geïsoleerd --> lichamelijke gezondheid), minder gezond/gevarieerd voedsel,...
Ik ben er wel verrast dat dit voor de hogere sociale klassen ook het geval is. Ik geloof dat het dan meer "luxeziekten" zijn zoals depressie (omdat ze hun geluk niet vinden in hun geld), hart - en vaatziekten (omdat ze meer werken, zich meer ergeren/opjagen in zaken), criminaliteit en drugsgebruik -->door verveling, zoals je vaak merkt bij kinderen van beroemdheden (die in principe toch niks tekort komen).  Ik denk dat de lagere sociale klasse vooral te maken heeft met de gevolgen van niet genoeg financiële middelen te hebben om een evenwichtig leven op te bouwen, waar er aandacht (en dus ook de middelen) is voor opvoeding, gezondheid, plezier, tijd met elkaar doorbrengen. In de hogere sociale klassen zouden met deze dingen geen probleem mogen hebben, omdat ze de financiële middelen hebben om dit alles te realiseren. Hier zien we dat men vooral niet tevreden is met wat men heeft, dat men voortdurend meer en meer wil. En dit gaat ten koste van het evenwicht: ze vervelen zich (ondanks dat ze alles kunnen kopen wat ze willen), er komt meer druk op hun schouders (want heel de wereld "houdt hen in de gaten"), ze hebben te weinig quality-time met de personen die ze graag zien (want ze moeten meer geld verdienen), ze krijgen meer verantwoordelijkheid dan ze aankunnen. Dit alles weegt zo op hen dat de meesten onder hen de druk niet kunnen houden.
Een laatste iets dat misschien ook wel een rol speelt bij de hogere sociale klasse is het hebben van schuldgevoelens t.o.v. de lagere sociale klassen; schuldgevoelens, omdat "wij"(ik reken mezelf daar ook bij, want ik kan mij nog dingen permitteren waarvan ik weet dat sommige anderen dit niet meer kunnen, zoals op reis gaan, speelgoed kopen, eens gaan uiteten,...) zoveel hebben, terwijl 'om de hoek' (bij wijze van spreken) mensen in krotten wonen en ze niet allemaal geholpen kunnen worden. Maar als iedere welstellende persoon 1 armere persoon helpt, dan denk ik dat de wereld ongeveer terug in evenwicht zou zijn. Het is natuurlijk wel de vraag wat de beste manier is om personen uit een lagere sociale klasse te helpen (en niet eenmalig, maar zodat de kloof voor de rest van ons leven wat kleiner wordt).

Mens en samenleving: lezing prof. Paul Verhaeghe, idee 2:

Mens en samenleving: lezing prof. Paul Verhaeghe, idee 2:

"Universiteiten, dat zijn toch kennisbedrijven die competenties moeten ontwikkelen bij studenten zodat ze regelrecht het bedrijfsleven kunnen instappen?
Ten einde dit te bevorderen deden een aantal prominenten in de loop van het crisisjaar 2011 heel concrete voorstellen: verhoog het inschrijvingsgeld voor alle opleidingen die niet aansluiten bij het bedrijfsleven, verlaag het voor alles wat wel rendeert; wie hardleers is en toch kiest voor een niet-rendabele opleiding, die moet bestraft worden met een kortere of zelfs helemaal geen uitkeringsgerechtigde periode. 
Als klap op de vuurpijl kwam het voorstel om kleuters te screenen op hun vaardigheden, zodat ze meteen de juiste economische richting kunnen ingestuurd worden.
De aanvankelijke doelstellingen zijn nobel: laat ons uitgaan van vaardigheden die belangrijk zijn in het beroepsleven, zodat jonge mensen straks alle kansen krijgen om hun weg te banen, los van alle religieuze en ideologische poespas. Het doel heet dan zelfmanagement en ondernemerschap: jongeren moeten zichzelf beschouwen als bedrijf, waarbij kennis en vaardigheden in eerste en laatste instantie een economisch belang hebben waarmee zij hun marktwaarde kunnen verhogen."

* Het screenen van kleuters en het "straffen" van studenten die een opleiding kiezen 'die niet aansluit bij het bedrijfsleven' dat is er ver over. Is het niet onze taak (als opvoeders, volwassenen, leerkrachten,...) om kinderen en tieners te stimuleren in iets wat ze graag doen i.p.v. enkel te focussen in waar ze goed in zijn (die 2 zaken komen trouwens toch meestal overeen: kinderen doen graag dingen waar ze goed in zijn). En dit alles in functie van 'de economie'. Ik vind dat we meer moeten kijken naar de mensen zelf, naar hoe we een meerwaarde kunnen zijn voor de maatschappij. Want elk talent, elke persoon kan op zijn manier een meerwaarde zijn voor anderen en de samenleving. Wij (de maatschappij) moeten enkel ons beeld aanpassen: van puur economisch nut naar maatschappelijk-sociaal nut (waarvan economie 1 van de delen is, maar niet het enige deel). Een mens is zoveel meer dan een pion in de economie (of dit zou toch het geval moeten zijn). We moeten af van de overtuiging dat economie het enige is dat ons (als individu EN als maatschappij) staande houdt. Zoals in mijn idee 1: er is zoveel meer dan geld, zaken die ons echt gelukkig maken. En daar moeten we jongeren voor warm maken: doe een richting die je wil doen, die je graag doet, ongeacht of je er veel mee kan verdienen of niet. Er zijn massa's competenties die misschien niet leiden tot het bedrijfsleven, maar die ze wel nodig hebben in het leven met anderen, die ze nodig hebben voor hun ontspanning,... Ik vind dat we jongeren niet moeten boetseren naar de jobomschrijvingen die er zijn, maar dat we jobs moeten zoeken die passen bij hoe de jongere is. DUS de jongeren gewoon dingen aanbieden, hen (zeker in de lagere school) algemene kennis over allerlei zaken aanbieden, zodat ze zelf nemen wat zij willen onthouden. Op het einde van hun schoolloopbaan (of ze nu naar universiteit gaan of niet) kan er dan gekeken worden wat er als job het best bij hun ontwikkelde competenties en voorkeuren past.

Gisteren naar Cafe Corsari gekeken, waar er 2 dames waren die het volgende zeiden: "In Spanje is er 64% jeugdwerkloosheid, de jeugd daar is eigenlijk een verloren generatie. De leerlingen in België  moeten nu al nadenken met welke job ze veel kans maken op de arbeidsmarkt."
Ook hier is 'het bedrijfsleven' blijkbaar de belangrijkste norm om ons leven op te beoordelen, met andere woorden: wanneer je geen (goede) job hebt, beteken je niks voor de maatschappij. Ik vind dit een absurde gedachte. Ok, werken is belangrijk, omdat je er geld mee verdient (en zo dus dingen kunt verwerven die je wil, vb. een huis afbetalen, een reis maken,...). Maar daar eindigt het voor mij. Werken is voor mij zeker niet het allerbelangrijkste, er zijn andere, belangrijkere dingen in het leven. Het werken gebeurt enkel in functie van die andere, belangrijkere dingen. Behalve wanneer je een job beoefent uit overtuiging, uit idealisme. Dan doe je het puur voor het genot van de job (en je wordt er nog voor betaald ook). Maar ik denk dat er heel weinig mensen zijn die op die manier over hun werk denken. Ik vind dat kinderen (en volwassenen eigenlijk ook) vooral een beroep, hobby's moeten kiezen waar ze (ook) plezier aan beleven, i.p.v. te kijken 'wat het meeste opbrengt', 'waar er een grote toekomst in is'.

Volgende zinnetje van prof. Paul Verhaeghe kan ik in 2 delen splitsen: "De aanvankelijke doelstellingen zijn nobel: laat ons uitgaan van vaardigheden die belangrijk zijn in het beroepsleven //zodat jonge mensen straks alle kansen krijgen om hun weg te banen los van alle religieuze en ideologische poespas." Deel 1 past bij hetgeen ik hierboven besproken heb; deel 2 vind ik wel juist. De leerlingen en studenten moeten ALLE kansen krijgen om hun (eigen) weg te banen, zonder dat religieuze en ideologische instanties ze in een bepaalde richting 'pushen'.

Ik denk dat leerkrachten in het basisonderwijs tegenwoordig meer oog hebben voor de leerlingen waarmee ze dagelijks omgaan, dan voor de competenties die belangrijk zijn in het beroepsleven. Okee, leerkrachten helpen de leerlingen om hun competenties te ontwikkelen, maar dit is niet enkel met het oog op hun beroepsleven. Het gaat ook om menselijke contacten, respect opbrengen voor anderen, omgaan met de multiculturele samenleving, het verkeer,... 
Hoewel: gisteren heb ik op de boekenbeurs toch een methode voor op de basisschool gezien, waar vooral de nadruk gelegd werd in welk talent de kinderen uitblinken (wat op zich niet verkeerd is). Maar daaraan werd dan in het 5e en 6e leerjaar beroepen en studierichtingen gekoppeld. Ik ga ervan uit dat ze dit vooral doen om de leerlingen te helpen bij het kiezen, omdat ze overspoeld worden door keuzemogelijkheden. Maar eigenlijk komt het dan neer op wat prof. Paul Verhaeghe zegt in idee 2. Misschien moeten ze het anders aanpakken, leerlingen niet zo vastpinnen op die enkele talenten die ze hebben, maar ook luisteren naar wat ze graag doen; hen gewoon voor zichzelf laten inzien waar ze goed in zijn, wat ze graag doen, welke beroepen welke kenmerken en competenties vragen. Want ik heb ook ergens gelezen of gehoord dat talent niet de allesbepalende factor is, maar dat doorzetting en het 'willen bereiken van iets'  vaak doorslaggevender zijn. Dus de vraag is niet: "Welke jobs zijn belangrijk voor de economie?" (en daar de studenten 'induwen'). De vraag moet eigenlijk aan de jongeren gesteld worden: "Wat doen jullie graag, wat willen jullie (bereiken)?" We moeten hen enkel helpen dit te realiseren.

Mens en samenleving: lezing prof. Paul Verhaeghe, idee 1:

Mens en samenleving: lezing prof. Paul Verhaeghe, idee 1:

"Wij leven in een neoliberale samenleving waarin alles een product geworden is. Bovendien gaat dit gepaard met een koppeling aan de zogenaamde meritocratie, waarbij iedereen verantwoordelijk geacht wordt voor het eigen succes of de eigen mislukking - dit is de mythe van de self made man. Als je slaagt, heb je het aan jezelf te danken, als je mislukt ook en het belangrijkste criterium is winst, geld - het moet opbrengen, dat is de boodschap. De nieuwe norm heet effectiviteit, het doel is materiële winst, de daarbij horende deugd hebzucht." (ik heb verschillende delen samengenomen die bij elkaar passen)

* Ik ga akkoord met deze stelling, ik had ze zelfs al in gedachten voordat ik de tekst las. Ik ga vooral het laatste deel bespreken: het belangrijkste in het leven is geld en iedereen wil er steeds meer en meer van hebben.
Dit is vooral merkbaar op de werkvloer, ook in beroepen waar mensen "het product" zijn:
- na een operatie willen ze je zo snel mogelijk uit het ziekenhuis, zodat er terug een bed vrijkomt voor andere patiënten. Bij een natuurlijke bevalling, om maar een voorbeeld te nemen, mag je nu nog 5 dagen (maximum) in het ziekenhuis verblijven. Vroeger (toen mijn moeder beviel) was dit nog 10 dagen.
- De verpleegsters krijgen zoveel minuten per patiënt. 
Ik vind wanneer mensen 'het product' zijn, dat ze toch niet het gevoel mogen hebben dat ze 'een product' zijn. Het gaat hier wel om mensen en die mensen verzorgen (en daar hoort volgens mij ook het sociale en psychologische gedeelte bij). Maar verpleegsters kunnen waarschijnlijk niet anders, want die regels worden van bovenaf bepaald, of er is te weinig personeel om meer tijd aan de patiënten te besteden (en minder personeel = meer winst).
Overal is de werkdruk gestegen en wij moeten daar in mee. Of hebben we het zelf zo ver laten komen? Ik merk het ook waar ik werk: iedereen heeft zijn taak en wie klaar is, mag naar huis gaan. Daardoor zorgden mijn collega's dat ze heel vlug hun werk af hadden, zodat ze naar huis konden gaan. (ik ben nogal aan de trage kant, dus ik mocht zelden vroeger naar huis dan dat mijn uren 'erop zaten') Vroeger werd dit niet in het oog gehouden, maar nu de top van de bedrijven meer winst willen (zodat ze jaarlijks meer dan €200.000 zouden verdienen!), houden ze alles in het oog (waar ze maar op zouden kunnen besparen). Resultaat: Iedereen krijgt meer werk (want ze kunnen het aan binnen de tijd die ze daarvoor krijgen), dus zijn er minder mensen nodig voor dezelfde hoeveelheid werk, wat weer meer winst oplevert.

Hoewel er ook nog weinigen zijn die hun job doen uit echte overtuiging, vb. sommige leerkrachten willen echt iets met de kinderen bereiken, er echt een band mee opbouwen, hen echt iets bijbrengen, gewoon omdat ze het graag doen (in tegenstelling tot sommige leerkrachten die om 12u denken: nog 4u en we zijn er vanaf en op het einde van de maand is ons geld weer binnen).
Dus het kan wel anders, maar dan moet je bij jezelf ook de knop omdraaien, een job doen waar je je echt goed bij voelt (ook al verdient het minder goed), minder luxe voor jezelf, minder geld op je rekening als statussymbool. Gewoon teruggrijpen naar waar je echt gelukkig van wordt: de glimlach van je kind, tijd voor jezelf (je eigen hobby), tijd voor vrienden, tijd voor je gezin --> gezien dat het belangrijkste woord hier "tijd" is en niet "geld". Want hoeveel geld je ook hebt en wilt, geen enkel bedrag kan die 'zalige tijden' vervangen.